Deze Bollebooswichtpagina is gekoppeld aan de Stapperloot-route Dendermonde.
Wandel deze route met je smartphone.

GOEDERTIERLANTIJNEN
Bemerkingen rond de diefstal van de Rechtvaardige Rechters

Het Lam Gods
In de nacht van 10 op 11 april 1934 verdwijnt uit de Gentse Sint-Baafskathedraal een paneel uit het ‘Lam Gods’, een groot altaarschilderij dat uit panelen bestaat. Het is tussen 1424 en 1432 geschilderd door de broers Hubert en Jan Van Eyck. Dat zogeheten veelluik heeft een middenstuk en twee zijpanelen, welke dichtgeklapt dat middendeel bedekken. Die zijpanelen bestaan elk uit zes kleinere panelen, zowel aan de voor- als achterzijde beschilderd.

Die zijluiken zijn al eens in 1816 aan een Belgische kunsthandelaar verkocht, waaruit wel blijkt dat het ‘Lam Gods’ niet altijd zo bijzonder werd gevonden. Via een in Aken wonende Engelsman komen die zijluiken in 1821 in bezit van de Pruisische koning, die ze aan het Kaiser-Friedrichmuseum in Berlijn afstaat om ze tentoon te stellen. Om zowel voor als achterzijde van elk paneel tegelijk te kunnen tonen, worden in 1894 alle panelen overlangs in de dikte doorgezaagd, zodat er dan twaalf aparte panelen ontstaan.

Bij de Vrede van Versailles na de Eerste Wereldoorlog worden de panelen teruggeven aan België, waardoor het complete ‘Lam Gods’  vanaf oktober 1920 weer volledig in de Vijdkapel van de Sint-Baafskathedraal te zien valt. Maar nu is het in een andere ruimte van de kathedraal opgesteld.

De twee panelen en de opdrachtgever
Omdat de panelen van de zijluiken zijn doorgezaagd, is het mogelijk om twee panelen tegelijk los te maken uit de omlijsting.  Dat gebeurde dus in de nacht van 10 op 11 april 1934 met enerzijds ‘De Rechtvaardige Rechters’ en anderzijds ‘Johannes de Evangelist’. Die laatste schildering is een grisaille, een enkel in grijstinten geschilderde afbeelding, waarbij hier Johannes als een standbeeld is weergegeven. Hij was de patroonheilige van Joos Vijd, die rond 1424 opdracht geeft voor dit altaarstuk aan Hubert van Eyck. Na het overlijden van Hubert in 1426 werkt zijn broer Jan het schilderij af, dat op 6 mei 1432 gereed komt. Bij gesloten zijpanelen zie je de Johannes-grisaille rechts onderaan in de linkerdeur, bij geopend veelluik zit het paneel met de Rechtvaardige Rechters dus links onderaan in die deur.

Ook opdrachtgever Vijd en zijn vrouw Lysbette Borluut zijn afgebeeld op het veelluik. Zij waren kinderloos gebleven en hebben hun geld dus kunnen steken in een eigen kapel met altaarstuk in hun Gentse parochiekerk, want ze woonden vlakbij de Sint-Baafs.

Rond de diefstal
Als bewijs dat degene die via brieven aan de Gentse bisschop laat weten dat hij het gestolen paneel in bezit heeft en losgeld daarvoor vraagt, wordt de Johannes-grisaille op 28 mei 1934 teruggeven. Dat gebeurt met een opgestuurd depotticket van het bagagedepot van het Brusselse Noordstation, waar het goed verpakte paneel inderdaad wordt teruggevonden. Daarna volgen nog heel wat brieven rond losgeldeisen aan de Gentse bisschop Honoré Coppieters. Hij reageert daarop via kleine annonces in het Franstalige dagblad La Dernière Heure.

Die briefwisseling houdt op na de dood van Arsène Goedertier in Dendermonde en op aanwijzingen van zijn vriend Joris De Vos worden in Goedertiers woning in Wetteren doorslagen van de met een schrijfmachine getypte brieven gevonden. Betrokkenheid van Arsène bij de ontvreemding van het Lam Gods kan dus niet ontkend worden. Het gestolen paneel blijft echter spoorloos.

Arsène’s laatste woorden in Dendermonde
Waarom laat Arsène zijn vriend Joris De Vos alleen aan zijn doodsbed komen? Hij behoeft geen priester, want zijn geweten is gerust, zegt hij. Toch vreemd voor iemand die meteen daarna zou bekennen dat hij de grootste kunstroof uit de twintigste eeuw heeft gepleegd. Dat doet hij dan ook niet, hij beseft dat zijn overlijden een enorm probleem vormt voor het terugbezorgen van het ‘Lam Gods’ aan het bisdom Gent. Want hij is betrokken bij dat mysterie en een onmisbare schakel in de oplossing. Kan iemand hem vervangen? Ja, hij heeft zelfs iemand op het oog, zijn vriend Joris De Vos. Dus begint hij Joris te informeren, waarbij hij hem bewijsstukken in handen wil spelen, die in zijn huis in Wetteren te vinden zijn. Die kunnen Joris duidelijk maken dat Arsène de correspondentie met de Gentse bisschop over de diefstal heeft gevoerd, waarna advocaat De Vos zelf contact kan zoeken met het bisdom. En zich kan presenteren als vervanger van Arsène.

Helaas ziet Arsène geen kans meer om verdere uitleg aan Joris te geven, zodat die niet begrijpt wat hij moet doen. En wellicht ook direct na het verlaten van de kamer waar Arsène is gestorven aan de nieuwsgierige andere aanwezigen heeft verteld wat de stervende hem nog heeft gezegd. Op die wijze is natuurlijk elke mogelijkheid om als plaatsvervanger van Arsène op te treden verkeken. Als dat niet de bedoeling was, waarom zou Goedertier zijn vriend dan in vertrouwen hebben genomen. Hij wist dat daardoor zijn gezin in de problemen zou komen, zelfs als hij de eventuele bergplaats van de Rechtvaardige Rechters zou onthullen.

Als Goedertier enkel een medewerker was, van wie dan? Er is niets over een eventuele tweede ‘dief’ gevonden bij hem thuis, enkel de doorslagen van de brieven. Later zal iemand zich nog herinneren thuis bij Goedertier een ingepakt blijkbaar lang voorwerp te hebben gezien, dat Arsène zo snel mogelijk voor hem verborgen hield door de deur van de ruimte waarin het zich bevond te sluiten. Het heeft er alle schijn van, dat het hier de ingepakte grisaille betrof, die nog naar het Brusselse stationsdepot gebracht moest worden. En dat brengt ons bij de volgende mogelijkheid.

Een op te lossen financieel tekort
Het is vaker gesuggereerd: de hele diefstal was gefingeerd om een financieel probleem binnen het kapittel van het bisdom op te lossen. De jaren 1930 zijn die van een financiële crisis, waarin plots beleggingen niets meer waard worden en schulden niet langer betaald kunnen worden.  Mogelijk heeft de beheerder van de bisschoppelijke financiën een aantal sommen uitgeleend of zelf belegd om winst te maken. Terwijl hij nu plots door de crisis dat geld niet meer kan recupereren. Natuurlijk moet voorkomen worden dat een en ander openbaar bekend wordt, anders mag het bisdom niet langer rekenen op giften en legaten van gelovigen, die daarmee een stukje hemelse zekerheid hopen te verwerven. Hoe kan zo’n deficit worden aangevuld? Leveranciers vragen om hogere facturen uit te schrijven zonder goederen daadwerkelijk te leveren met als beloning duurzame klandizie? Hoe meer mensen er iets van weten, hoe groter de kans dat alles uitkomt.

Kunst brengt de uitkomst
Kanunnik Gabriël Van den Gheyn beheert het kunstpatrimonium van de Sint-Baafskerk en heeft een briljant idee: fingeer een kunstroof waarbij losgeld betaald moet worden. Daar wordt nooit een factuur voor gegeven en je kan zelf het bedrag bepalen. Gabriël weet ook alles van het Lam Gods en de doorgezaagde panelen. De keuze voor de Rechtvaardige Rechters is een hint naar de schuldige voor het deficit, die zo ongestraft blijft door de mede-kanunniken. (Welke gewone dief zou juist een paneel met rechters erop stelen?)

De kanunniken zijn te bekend om zelf rond zo’n diefstal openlijk iets te ondernemen. Er moet dus een eerlijke buitenstaander worden gevonden als medeplichtige. Na wat overwegen komt de naam Goedertier bovendrijven. Hij is al bij enkele kerkelijke zaken betrokken geweest in Wetteren. Een ontwikkelde man, die zich als wisselagent/bankier kan verplaatsen met zijn auto naar allerlei bestemmingen zonder dat dit vreemd lijkt. Goedertier heeft nog één belangrijk kenmerk, hij heeft politieke ambities. (Vlak voor zijn dood in Dendermonde hield hij nog een politieke redevoering tijdens een bijeenkomst.) 

De kanunniken vragen hem om eens langs te komen. Ze doen hem een niet te weigeren voorstel: wij steunen je in jouw ambities als jij iets voor ons doet. Arsène beseft direct dat hij niet anders kan dan toestemmen mee te werken. Anders mag hij zijn politieke ambities meteen vergeten, de bisschop zal hem immers daarin gaan tegenwerken.

De praktische uitvoering
Van den Gheyn heeft zijn idee goed doordacht. Het dubbelpaneel geeft de mogelijkheid een van de twee stukken terug te bezorgen, waardoor het bisdom kan aantonen dat ze werkelijk met de juiste ‘dief’ contact hebben. Arsène komt dus de grisaille met Johannes de Doper ’s avonds laat ophalen in de Sint-Baafskathedraal, waar dat paneel al goed verpakt in papier en zeildoek voor hem gereed ligt. Zijn auto wordt buiten gezien, maar wie zal die herkennen? Ook lichtschijnsel in de kerk wordt opgemerkt, maar wie zal aan een diefstal denken? Het kostbare Rechtvaardige Rechters-paneel wordt uiteraard niet meegegeven, dat zullen de kanunniken wel verbergen.

Verder hoeft Arsène enkel wat brieven te schrijven, waarvoor hij een schrijfmachine kan huren. Hij zal aan de verhuurder nooit zijn naam of adres meedelen, enkel dat hij zogezegd uit Dendermonde komt en hij betaalt een ruime waarborg. Voldoende bewijs voor de handelaar dat hij met een betrouwbare klant te maken heeft.

Ongetwijfeld werd er door alle partijen verwacht dat heel het plan op enkele weken tijd uitgevoerd kon worden zonder veel problemen. Dat zou anders uitpakken.

Kunstroof van de eeuw
Wat de kanunniken totaal onderschat hadden, was de publieke interesse voor de kunstroof. Voor het Lam Gods was in die dagen niet direct grote belangstelling, waarom zou de diefstal van een paneel voor ophef zorgen? Maar pers en publiek maken er meteen hét grote nieuws van de dag van, dat steeds ruimer aandacht trekt. Daardoor gaat ook de Gentse politie bijzonder actief optreden. De kathedraal wordt uitgekamd om het paneel terug te vinden. Ook alle brieven van de ‘kunstdief’ worden nauwlettend bestudeerd. Dat alles maakt zogezegd losgeld betalen en het paneel weer laten opduiken erg lastig.

In de hoop dat de interesse afneemt wordt het betalen van losgeld uitgesteld. Geen goede zaak voor Goedertier. Want naarmate de weken verlopen wordt risico op ontdekking groter, hij moet immers brieven blijven posten en La Dernière Heure ergens gaan raadplegen om de reactie van de bisschop te kennen.

Een vreemde wending
Losgeld betalen in Gent lijkt nu onmogelijk, er wordt contact opgenomen met een kunstzinnige pastoor Meulepas van de Antwerpse Sint-Laurentiusparochie. Via hem zou dan losgeld overhandigd worden voor de Rechtvaardige Rechters, ver buiten het bereik van de ijverige Gentse politie-onderzoeker Antoine Luysterborgh. Hij maakt het de bisschop al lastig genoeg.

Toch vreemd als het om een diefstal gaat dat het slachtoffer de plek van overhandiging van losgeld bepaalt. Normaal gebeurt dat toch door eiser van het losgeld. Arsène, een lokale geldwisselaar/bankier uit Wetteren, zal niet bekend geweest zijn met een verre Antwerpse wijk en de aldaar aanwezige pastoor. Waarom zou een dief zich naar een voor hem onbekende plaats begeven, met alle risico’s van dien? 

Toch is Arsène Goedertier er blijkbaar heen gegaan in een taxi. De taxichauffeur heeft aan de pastorie in de Markgravelei tegen inlevering van een ontbrekend deel van een in tweeën gescheurd papier een pakje opgehaald. Daarin zat kennelijk een beperkte geldsom. Om Goedertier te vergoeden voor reeds gemaakte kosten, de huur van de schrijfmachine, de in deze zaak gestoken tijd?

Het is niet zo duidelijk wat de bedoeling was van die Antwerpse episode. Wilde de bisschop hier zogenaamd het losgeld betalen, om dan met het paneel boven te water komen? De Gentse politie zou er dan geen actie aan hebben kunnen koppelen om de ‘dief’ aan te houden. Maar misschien was het achteraf toch te lastig een plek te vinden waar het paneel te voorschijn kon komen, zodat die Antwerpse episode geen reëel nut had?

Goedertier blijft brieven sturen naar de bisschop, al wordt zijn taal daarin minder aangenaam. Zijn medewerking blijkt veel langer nodig dan hem was voorgespiegeld en gevaarlijker. Maar het feit dat hij vriend Joris De Vos in vertrouwen wil nemen en kennelijk als plaatsvervanger in gedachten heeft vlak voor zijn overlijden, lijkt aan te geven dat hij zijn taak wilde voortzetten.

Wat is er met het paneel gebeurd?
Als duidelijk wordt aan het kapittel dat Goedertier overleden is, zal er weinig anders opgezeten hebben dan het paneel te vernietigen. De enorme publieke aandacht was wellicht groot genoeg om toch weer giften en legaten te ontvangen die het financiële probleem oplosten. Het lijkt immers moeilijk aan te nemen dat een bergplaats die enkel aan Arsène Goedertier bekend was, na zoveel jaar nog niet gevonden zou zijn. En intussen hangt er in het Lam Gods allang een kopie van die Rechtvaardige Rechters, wat enkel maar bijdraagt tot de publieke interesse voor dit kunstwerk.

Klik voor andere routes op Routes.
Voor andere Bollebooswicht-items klik je op Bollebooswicht.