Mansarde

Deze Bollebooswichtpagina is gekoppeld aan de Stapperloot-route Virton
Wandel deze route met je smartphone.

MANSARDEDAK

Bij veel Vlamingen komt meteen het lied ‘Mijn mansarde’ van Wannes van de Velde in hen op. En inderdaad betekent ‘masarde’ vandaag zolderkamertje, een ruimte onder het dak. Maar eigenlijk komt het woord van dat dak zelf, welke naam dan weer ontleend is aan de Franse architect François Mansart, die van 23 januari 1598 tot 23 september- 1666 in Parijs leefde.

François Mansart maakte voor zijn gebouwen regelmatig gebruik van een speciale dakvorm. Hierbij heeft zo’n dak een onderste deel dat vrij steil oploopt, om dan met een stompe knik over te gaan in een dakdeel dat veel minder helt en zoals gewoonlijk eindigt tegen een nok. Wanneer dit soort daken echter voor een vierkant gebouw worden toegepast, eindigen de vier daken afgeknot op een kleine platte bovenzijde. Door de steile helling van het onderste dakdeel moeten er doorgaans speciale dakpannen worden gebruikt om ze op hun plaats te houden. Dat kan met pannen die door een pin of een nok op hun plaats worden gehouden. En voor de knik bestaan er inderdaad geknikte dakpannen, of de onderste pannen van het bovenste deel laat men wat oversteken, soms met een eigen dakgoot.

Mansart is niet de uitvinder van dit daktype, want zijn collega Pierre Lescot gebruikt deze dakvorm al in 1540 bij zijn ontwerp voor het Louvre, toen een koninklijk paleis, vandaag het bekende Parijse museum. En hoewel François Mansart toen nog geboren moest worden, is hij toch gaan lopen met de naamgeving voor dit soort daken, juist omdat hij ze nogal vaak toepaste.

Renoveren? Eerst alles slopen

En misschien ook wel, doordat Mansart geen gemakkelijk man was, perfectionistisch en koppig. Hij laat diverse keren een gebouw dat hij moet aanpassen gewoon eerst helemaal slopen, om dan opnieuw te beginnen met eigen ideeën – wat uiteraard de kosten behoorlijk opdreef. Mansarts bekendste renovatie is die uit 1631van het kasteel van Balleroy in opdracht van Jean de Choisy, kanselier van de hertog Gaston van Orléans. Daar zijn alle kenmerken van de Mansart-stijl aanwezig en het is meteen het enige gebouw uit de vroegste periode van Mansart dat nog bestaat.

Ook nog bijzonder, is dat François Mansart als zoon van een Parijse meester-timmerman geen architectenopleiding had gekregen, maar door een steenhouwer en een beeldhouwer is ingewijd in hun ambachten. Vermoedelijk heeft hij nadien nog gewerkt in het atelier van Salomon de Brosse, architect van Franse koning Henri IV. Zijn succes bij de rijkere klasse riep ook wel weerstand op. Politieke tegenstanders van kardinaal Mazarin, als Eerste Minister zowat de machtigste politicus van Frankrijk, publiceren in 1651 ‘La Mansarade’, een pamflet waarin ze de architect beschuldigen van extravagantie en machinaties. Maar pas na de troonsbestijging van koning Lodewijk XIV in 1643 en de dood van Mazarin op 9 maart 1661  krijgt François Mansart plots veel minder opdrachten, of worden zijn ontwerpen niet langer uitgevoerd. Maar zijn naam blijft dus voortleven in dat vertrekje net onder de dakpannen.

Klik voor andere routes op Routes
Voor andere Bollebooswicht-items klik je op Bollebooswicht