Arts & Crafts-stijl

Deze Bollebooswichtpagina is gekoppeld aan de Stapperloot-route Boechout
Wandel deze route met je smartphone.

ARTS AND CRAFTS

Tussen 1819 en 1900 leeft er in Engeland een complexe duidendpoot, zekere John Ruskin. De man is dichter, schilder, kunstcriticus, sociaal hervormer en filosoof. Allemaal activiteiten waarvoor je veel eigen persoonlijkheid moet bezitten, met dus grote kans dat het fiks botst met de samenleving rondom je. Bij Ruskin is dat niet anders. Hij heeft het vooral moeilijk met het combineren van het heersende liberaal-kapitalisme en de christelijke levensvisie. Een ongebreidelde vrijheid om winsten te vergaren, louter voor jezelf, vaak ten koste van anderen, dat past niet echt bij een leer waar Naastenliefde met een hoofdletter wordt geschreven. Dus bedenkt John een alternatief samenlevingsmodel, waarbij hij teruggrijpt naar de tijd toen de christelijke ideeën de samenleving domineerden: de middeleeuwen.

Vanuit zijn eigen kunstbeoefening kijkt hij vooral naar dat aspect van de middeleeuwse samenleving en ziet daar de ambachtsman, die veel van zichzelf in zijn werkstukken kan leggen. Helemaal anders dan de fabrieksarbeider uit Ruskins tijd, die zijn werk doet te midden van een raderwerk van machines, dat hem dicteert wat hij moet doen en hoe dat gedaan moet worden. En voor dat complete ten dienste staan van een vastgelegd eindproduct, wordt die arbeider nog slecht betaald ook. Jawel, hij leeft zogezegd in een democratie en is allang geen eigendom van een heer meer, maar uiteindelijk heeft de arbeider bijzonder weinig inbreng in zijn eigen leventje van alledag.

Volgens John Ruskin was daardoor de middeleeuwse ambachtsman gelukkiger met zijn werk. Dus moeten we naar een herwaardering van de ambachten, waarbij een product nog helemaal het persoonlijk stempel van de maker draagt.

Arts and Crafts Society
Elders in datzelfde Engeland wordt in 1834 William Morris geboren in een familie uit de hogere burgerij. In die kringen wordt nogal wat gelezen en William leert al vroeg de ideeën van Ruskin kennen. Wanneer hij in 1853 de iets oudere Edward Burne-Jones ontmoet, maakt hij die ook enthousiast voor Ruskins ideeën. De 19-jarige William besluit architect te worden. Edward kiest voor de schilderkunst. Ze huren samen een woning in Londen en daar krijgt Morris steeds meer belangstelling voor de vormgeving van meubels en huisraad. Schilder Dante Gabriel Rossetti behoort al spoedig tot de vriendenkring. In 1859 trouwt William Morris met een meisje uit de arbeidersklasse, Jane Burden, die voor de kunstzinnige heren meteen een muze wordt. Zij moet model staan voor de nieuwe gelukkige arbeidersklasse.

Om hun ideeën verder te verspreiden richt Morris een avondschool op, het Working Men’s College, waar fabrieksarbeiders worden geschool in ambachtelijke technieken en meteen inzicht wordt bijgebracht in de kunst. De leraren, onder wie ook John Ruskin, vragen geen vergoeding voor hun druk bijgewoonde lessen, die snel overal in Engeland navolging vinden. Om de studenten aan werk te helpen, richt Morris een reeks samenwerkende ateliers op, waar ambachtelijke producten worden gemaakt. Omdat Morris zich bij het ontwerpen steeds laat inspireren door middeleeuwse schilderijen en tekeningen, bestaat het productengamma eigenlijk uit oude dingen, die nu opnieuw worden geïntroduceerd. Van een eigentijdse vormgeving is geen sprake.

Een van Morris’ leerlingen, Arthur Mackmurdo, richt in 1882 de Century Guild op, een poging om de middeleeuwse gilden te laten herleven. Dergelijke initiatieven worden ook door anderen genomen, waardoor er een soort clubs ontstaan, waarvan de leden zich met het maken van ambachtelijke kunstvoorwerpen bezighouden. Om al die mensen een kans te geven met hun werk naar buiten te komen, richten Walter Crane en Charles Robert Ashbee in 1888 de Arts and Crafts Society op, waarvan de naam uiteindelijk deze hele beweging gaat aanduiden.

Liberty Style
Exposeren is één ding, maar daarmee vinden de nieuwe producten nog niet hun weg naar het publiek. Daarom opent William Morris in 1877 al een winkel in de Londense Oxford Street. Reeds twee jaar eerder heeft op aanraden van William een andere ondernemer, Arthur Lasenby Liberty, in Regent Street eveneens een winkel in deze producten opgezet. Liberty’s initiatief kent zo’n succes, dat later van de Liberty Style wordt gesproken, wanneer het over deze artikelen gaat. Arthur heeft dan al besloten om de weg van de goedkopere massaproductie op te gaan, waardoor er toch weer machines aan te pas komen, tot grote ergernis van Morris, die het allemaal puur ambachtelijk wil houden.

William ziet kennelijk niet in – ondanks dat sommigen hem daarop wijzen – dat zijn totaal ambachtelijk gemaakte producten steeds zo duur worden, dat enkel de rijkere bovenlaag van de samenleving die kan betalen, waardoor de arbeiders nooit te midden van hun eigen voortbrengselen kunnen leven. Door dit soort praktische consequenties bloedt de Arts and Crafts Movement stilaan dood, maar ze heeft wel in heel Europa bij allerlei kunstenaars in de tweede helft van de 19de eeuw een zin voor vernieuwing losgeslagen, die zich zal vertalen in diverse nieuwe en aan elkaar verwante stromingen, waaronder in België de Art Nouveau.

Belgische ontwerpers en architecten
Iemand die bij ons de nieuwe invloeden op een eigen manier verwerkt is Luikenaar Gustave Serrurier-Bovy, vanaf 1884 een van de opmerkelijkste meubelontwerpers en daarnaast architect. Ook  Henry van de Velde is na een Brusselse tentoonstelling rond het werk van de Arts and Crafts-beweging in 1892 zeer enthousiast en schrijft er een aantal tijdschriftartikelen over. Zijn verloofde Maria Sèthe gaat in Londen de ruim zestigjarige William Morris opzoeken en komt naar huis met onder andere behangpapier uit diens ateliers voor hun nieuwe woning Bloemenwerf in Ukkel. En wanneer Paul Saintenoy in 1899 een warenhuis aan de Brusselse Hofberg bouwt – vandaag onderdag voor het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) – heet dat niet toevallig Old England.

Klik voor andere routes op Routes
Voor andere Bollebooswicht-items klik je op Bollebooswicht