Deze Bollebooswichtpagina is gekoppeld aan de Stapperlootroute Dendermonde.
Wandel deze route met je smartphone.

Valentin VAERWYCK
° Gent, 3 maart 1882.
† Gent, 27 november 1959.

De Gentenaar Valentin Vaerwyck, geboren op 3 maart 1882 in de Arteveldestad, behoort samen met Jozef Viérin en Jules Coomans tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de tweede generatie architecten, die aan de Vlaamse Sint-Lucasscholen afstuderen. Waren deze opleidingen aanvankelijk gericht op een terugkeer naar het middeleeuwse ambacht en dus naar de glorietijd van de christelijk geïnspireerde bouwkunst met de opkomst van de neogotiek als direct gevolg, dan maakt Vaerwycks generatie zich los van deze religieus geïnspireerde bouwkunde en komt tot eigen persoonlijke interpretaties van de Vlaamse bouwtraditie. Specifiek voor Valentin Vaerwyck is daarbij de integratie van beeldhouwwerk in de architectuur, onder meer van stadsgenoot Geo Verbanck.

Valentin groeit op als zoon van een architect en heeft de bouwmicrobe dus van huis uit. In 1905 studeert Valentin af aan het Gentse Sint-Lucasinstituut en legt hij zich aanvankelijk toe op restauratie. Hij hecht veel belang aan het nationale verleden en aan traditie om tot eigen architecturale creaties te komen. In belle-epoque en art nouveau is hij niet geïnteresseerd. Voor hem moet een gebouw qua vormgeving beantwoorden aan de functie die het gaat krijgen en ook de binnenindeling is daar een onderdeel van. Daarbij moet een gebouw ingepast worden binnen het omliggende kader van gebouwen en de straat.

Met de herbouw in 1912 van de spits van het Gentse belfort – de 19de-eeuwse gietijzeren constructie was gaan afbrokkelen – vestigt hij meteen zijn naam. Want zo is het belfort weer een pronkjuweel dat kan schitteren in 1913, als in Gent een Wereldtentoonstelling plaatsvindt. Voor die Expo 1913 ontwerpt Vaerwyck zowel een ‘Oud Vlaendren’ als een ‘Modern Dorp’. De aanwezigheid van een nostalgisch wijkje op zo’n tentoonstelling was een vast gegeven geworden, na het succes van de wijk ‘Oud Antwerpen’ op de Expo 1894 in de Scheldestad. Tijdens die Gentse expo komt Valentin in contact met andere medewerkers aan dat gebeuren en hij zal hen later inschakelen als team bij zijn eigen projecten. Zo kom je bij diverse van Vaerwycks gebouwen ook ornamentmaker Geo Verbanck, beeldhouwer Oscar Sinia en kunstsmid Isidoor Blanckaert tegen.

Bij de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog voert Vaerwyck tal van restauraties uit en ontwerpt hij monumenten voor de oorlogsslachtoffers. Ook is hij verantwoordelijk voor de reconstructie van in die oorlog verwoeste gebouwen, zoals het Dendermondse justitiepaleis (1920-’27). Hij heeft daarnaast Jozef Viérin geholpen bij de wederopbouw van Diksmuide, waarbij ook het gehele stadshart is herbouwd.

Ook zijn heel wat intimistische landelijke villa’s aan de Belgische kust, met name in De Haan en Knokke-Zoute, en rond Gent het werk van Vaerwyck. In De Haan hebben Vaerwyck zelf en zijn vrienden Oscar Sinia, Isidoor Blanckaert en René De Cramer grond gekocht om er hun buitenverblijven te bouwen. Die zullen allemaal door Valentin worden ontworpen in een typisch landelijke stijl van kleine Vlaamse villa’s met rode daken, knusse ramen en in één geval zelfs een pseudo-duiventil boven een soort poortgebouw. 

Een door hem ondernomen studie over de problematiek van de arbeidershuisvesting leidt tot de presentatie van twee modelwoningen op de tentoonstelling ‘De Goedkoope Woning’ in 1929 te Gent, plus de bouw van drie kleine tuinwijkjes aan de Gentse stadsrand.

Van 1923 tot 1947 is Valentin Vaerwyck provinciaal architect voor Oost-Vlaanderen. Na zijn pensioen ontwerpt hij in 1950 nog samen met Jean Hebbelynck het Gentse Provinciehuis. Als lid van de Gentse Stedelijke Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten (vanaf 1910) en van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (vanaf 1920) ijvert Valentin voor het behoud en herstel van ons architecturaal erfgoed.  

Voor zijn werk wordt hij beloond: hij wordt tot ridder in de Kroonorde en ridder in de Leopoldsorde geslagen en in 1956 door koning Boudewijn in de adelstand verheven, met ook nu weer de titel van ridder. Op 27 november 1959 overlijdt hij in zijn woning aan de Kortrijksesteenweg 419 in zijn geboortestad Gent, de stad waar zijn belfortspits nog steeds wedijvert in aandacht van de toerist met de Sint-Baafskathedraal.

Oeuvre:

1911-‘13 Spits Belfort, Sint-Baafsplein, Gent.
          De belforttoren zelf dateert van 1314 tot 1338 en is een ontwerp van Jan van Haelt. Maar verder dan de kroonlijst                   is men toen niet geraakt en sindsdien hebben er heel wat torenspitsen opgestaan, zowel van hout als van gietijzer.                Deze laatste is van steen, geïnspireerd op het oorspronkelijke 14de-eeuws ontwerp met bovenop de zoveelste versie            van de draak uit 1980.
1920-‘27 Justitiepaleis, Justitieplein 1, Dendermonde.
           Met beeldhouwwerk van Geo Verbanck en Oscar Sinia en smeedwerk van Isidoor Blanckaert.
1922  Arbeiderswoningen, Fraterstraat, Merelbeke.
1924  Villa Roodkapje, Rembrandtlaan 10, De Haan.
            Landelijke villa met muurtableau.
1924  Villa Zonnewijzer, Rembrandtlaan 11, De Haan.
           Eigen buitenverblijf op een stuk grond van een groter aantal percelen, dat Vaerwyck en zijn vrienden Oscar                               Sinia, Isidoor Banckaert en René De Cramer in deze badplaats hebben gekocht. Het is een landelijke villa met                         een zonnewijzer aan één zijkant en een tableau met zonnewijzer aan de voorzijde.
1924  Villa Rusthave, Rembrandtlaan 12, De Haan.
           Landelijke villa voor beeldhouwer Oscar Sinnia met geveltableau.
1924  Villa Zeemeermin, Rembrandtlaan 13, De Haan.
           Landelijke villa voor kunstsmid Isidoor Blanckaert met geveltableau.
1925  Villa Stella Maris-Sauvegarde, Rembrandtlaan 18-19, De Haan.
           Landelijke dubbelvilla voor René De Cramer met tableau op “Stella Maris” en siernaam op “Sauvegarde”.                1926  Sint-Petrus-en-Paulusabdij, Vlasmarkt/Dijkstraat, Dendermonde.
           Een neogotisch-eclectische heropbouw van deze grote benedictijnerabdij na de verwoesting tijdens de Eerste                         Wereldoorlog.
1927  Vierwoonst Edelweiss-NiumbaI Yanco-Le Colombier-Le Boulant, Rembrandtlaan 14-17, De Haan.
           Vier aaneensluitende landelijke woningen met bij “Le Colombier” een grote poort en daarboven een pseudo-                           duiventil. “Edelweiss” heeft een tableau van twee jongens met een mand edelweiss in hun midden, “Niumba                           Yanco” en “Le Boulant” moeten met een siernaam stellen.
1950-’57  Provinciehuis Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1, Gent.
           In samenwerking met Jean Hebbelynck.
????   R.M.T.-gebouw, Oostende.
           Het oude R.M.T.-gebouw naast het station van Oostende.

Klik voor andere routes op Routes.
Voor andere Bollebooswicht-items klik je op Bollebooswicht